


Je ziet het tegenwoordig weer vaker op uitvaarten: de overledene wordt op de schouders van zes dragers de afscheidsruimte ingebracht. ‘Geschouderd’, zoals het officieel heet. Een indrukwekkend ritueel, zeker als familieleden of vrienden het doen. Meestal gaan de andere aanwezigen erbij staan, uit respect voor de overledene.

Na afloop van de afscheidsbijeenkomst wordt de overledene ook weer geschouderd naar buiten gedragen, naar het graf of het crematorium. Bij schouderen is de kist nog even goed zichtbaar voor iedereen. Voor de dragers zelf is het meestal een eervolle gebeurtenis die ze niet snel zullen vergeten. Je dierbare voelde nog even heel dichtbij.
Voor het schouderen van de kist – een mand of baarplank kan trouwens ook – zijn zes mensen nodig. Dit kunnen mannen en vrouwen, kinderen, kleinkinderen, broers en zussen of goede vrienden zijn. Natuurlijk moet je hiervoor een redelijke conditie hebben en stevig op de voeten staan. Stabiele schoenen zijn daarom aan te raden. De lengte van de dragers is iets om goed op te letten: drie tweetallen van ongeveer gelijke lengte naast elkaar, de kleinste twee bij de voeten en de langste twee bij het hoofdeind. Een goede verdeling vergemakkelijkt het dragen en beperkt het gevaar van ongelukjes. Eventueel kunnen extra dragers stand-by staan om het van iemand over te nemen.
Schouderen is in principe niet zwaarder dan onderhands dragen, maar het vraagt wel wat techniek. Zo is het belangrijk om allemaal met dezelfde voet te beginnen en in de pas te blijven lopen. De uitvaartbegeleider kan dit even aangeven.
Bedenk wel dat het zelf dragen van een dierbare emotioneel kan zijn. Je kunt dan niet zomaar troost zoeken bij je eigen partner of ander familielid. Niet iedereen realiseert zich dat vooraf. Wil je er meer over weten? We vertellen het graag.
Praten over de dood, dat blijft een lastig onderwerp.
Wilt u geheel vrijblijvend het informatieboekje “Laatste Wens’’ ontvangen met handige tips?